Ondanks de bevolkingsdichtheid is er veel wild. Het aantal reeën nam toe van 5.000 net na de Tweede Wereldoorlog naar meer dan 100.000 nu. In 2000 schoten jagers in Limburg 9 wilde zwijnen; afgelopen jaar in 2017 waren dat er meer dan 900. Iedere winter bezoeken vele ganzen ons land, voor een deel zijn deze dieren het hele jaar in ons land en een gedeelte van deze vogels doet Nederland aan tijdens de wintertrek. Er zijn ook soorten waarmee het minder goed loopt. Verschillende factoren liggen daar aan ten grondslag.
Het edelhert is Nederlands grootste grofwildsoort. Het dier is krachtig gebouwd en de grootte varieert naar ras en plaats van herkomst. Het Europese mannetjeshert kan tot wel 200 kilo wegen.
Barderen is een techniek die wordt toegepast bij (wild) gevogelte om middels dunne plakken vet spek te voorkomen dat het vlees te snel uitdroogt tijdens het gaarproces.
In Nederland leven zo rond de 300 moeflons. Een klein aantal van de populatie wordt jaarlijks geschoten in het kader van populatiebeheer. Daarom is er maar weinig Nederlands moeflonvlees.
In de zomer van 2015 werden er 630.000 ganzen geteld en dat loopt op in de winterperiode naar 2,5 miljoen. Samen met zwanen, smienten en meerkoeten zijn dat zo’n 3 miljoen grasetende vogels. Jaarlijks bedraagt de ganzenschade voor de landbouw circa 70 miljoen euro, waarvan slechts een deel wordt vergoed.